Kwaliteit van bestuurVragenWestelijke Ontsluiting

Vragen – Broedseizoen en het benodigde Sonderen rondom de WO

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE

Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad

Nummer: 2018 – 084

Datum: 7 Oktober 2018

Aan de voorzitter van de gemeenteraad van Amersfoort.

Steller: de Burger Partij Amersfoort (BPA)

Onderwerp: BPA vragen m.b.t. het Broedseizoen en het benodigde Sonderen rondom de Westelijke Ontsluiting ( WO )

Het College wordt verzocht, n.a.v. onderstaande BPA Toelichting, de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

m.b.t. het Broedseizoen 

  1. Is het College op de hoogte (zie BPA toelichting hieronder) m.b.t. het Broedseizoen ?
  2. Het College geeft aan dat de kap volbracht moet worden voor de aanvang van het broedseizoen en dat daardoor tijdsdruk op de opdrachtverstrekking aan de aannemer zit. Is er door het College een inventarisatie gemaakt van de vogelsoorten in en om het projectgebied?
  3. Zo ja: Kunt u van de aangetroffen vogels aangeven op welk moment hun broedseizoen begint? Komen er vogels voor van wie het broedseizoen reeds voor 15 maart aanvangt?
    1. Zo ja, welke datum hanteert u als grensdatum voor de aanvang van het broedseizoen?
    2. Zo nee, waarom niet ?
  4. Hoe controleert het College dat niet voor de gehanteerde grensdatum sprake is van broedende vogels?
  5. Hoe gaat zij om als reeds voor de grensdatum meldingen van nestbouw plaatsvinden?

m.b.t. de benodigde Sonderingen

  1. Is het College op de hoogte (zie de BPA toelichting hieronder) m.b.t. de benodigde Sonderingen ?
  2. Kan het College aangeven welke contra-expertise zij heeft uitgevoerd om te bezien of onderzoek mogelijk was, zonder het kappen van de bomen?
  3. Kan en wil het College het resultaat van deze contra-expertise met ons delen?
  4. Als het College geen contra-expertise heeft uitgevoerd, waarom niet?
  5. Heeft het College op enig moment (informeel) extern advies ingewonnen over mogelijkheden om zonder te gaan kappen, te gaan sonderen? Bij wie en met welk resultaat?

Daarnaast geeft het College aan dat de onderdoorgang en het viaduct kritische onderdelen van het project zijn:

  1. Kan het College aangeven welke bomenkap gepland is voor het onderzoek naar de bodemgesteldheid in verband met het viaduct?
  2. Idem voor slechts de onderdoorgang onder het NS spoor.
  3. Kan het College tevens aangeven welke overlap in bomenkap hierbij bestaat?

Recent heeft de gemeenteraad het besluit Thomassentunnel – Hooglanderveen -genomen. Hierin is expliciet aandacht geschonken aan de risico’s van een TreinVrije Periode. In het project Thomassentunnel is in de planning een extra marge opgenomen om het risico van het niet benutten van de Trein-Vrije Periode te minimaliseren.

  1. Bevat de planning van de Westelijke Ontsluiting ook een extra marge in verband met dit risico? Zo ja, hoe groot is deze marge?
  2. Zo nee, waarom niet?
  3. Wat zijn volgens het College de gevolgen van het niet kunnen benutten van de Trein-Vrije Periode voor de aanleg van de spooronderdoorgang zelf?
  4. Welke gevolgen heeft dit voor de uitvoering van de rest van het project?
  5. Kan het College bij benadering aangeven tot hoeveel extra kosten het niet kunnen benutten van een Trein-Vrije Periode kan leiden?
  6. Vraagt ProRail in het kader van het project Westelijke Ontsluiting ook om een extra risicoreservering?
  7. Zo ja, hoe groot is deze volgens het College ?

de BPA fractie,  Ralph Langendam en Hans van Wegen.

BPA Toelichting

A: m.b.t.  het Broedseizoen 

Het College geeft aan dat de bomen kap volbracht moet worden voor de aanvang van het broedseizoen en dat daardoor tijdsdruk op de opdrachtverstrekking aan de aannemer zit.

De officiële start van het broedseizoen is 15 Maart, maar de Flora- en Faunawet geeft aan dat rekening gehouden moet worden met de daadwerkelijke situatie. Als dus broedende vogels aanwezig of in de nabije omgeving aanwezig zijn, mag niet gekapt worden en van sommige vogels begint tegenwoordig het broedseizoen al voor 15 Maart.

Uit onderzoek naar de bosuil in Zeeuws-Vlaanderen tussen 2012 en 2016 bleek bijvoorbeeld de 1e ei-leg tussen 2012 en 2016 gemiddeld plaatsvond op 5 Maart, met een uitschieter naar 29 februari. Ook bij andere vogelsoorten blijkt, zeker als er vroeg een redelijk warme periode plaatsvindt, vaak eerder ei-leg plaats te vinden.

B: m.b.t. de benodigde Sonderingen

Op 30 augustus heeft de SP-fractie het College vragen gesteld over de bomenkap in verband met de Westelijke Ontsluiting.

Hierbij heeft de SP gevraagd om met contra-expertise aan te tonen dat kap noodzakelijk is.

De BPA constateert Nu dat u niet ingaat op het punt van de contra-expertise.

Inmiddels zijn er diepgaande contacten geweest met o.a. Fugro, en deze sonderings-experts geven aan dat er prima gesondeerd kan worden tussen de bestaande bomen in.