Corona pandemieIn de mediaVeiligheid

In de media – Het medicijn waar iedereen nu zo naarstig naar zoekt, bestaat al zestig jaar: de pil

Bron: De Morgen

Ook de Nederlandse bioloog en bestsellerauteur Midas Dekkers (73) ontsnapt niet aan de gevolgen van de coronacrisis. Noodgedwongen brengt hij zijn dagen in quarantaine door, pendelend tussen het Noord-Hollandse Weesp en zijn buitenhuis in het groene Overijssel. Aan de vooravond van zijn 74ste verjaardag maakt Dekkers graag wat tijd om zijn kijk op de crisis met ons te delen. ‘Voor het eerst in mijn leven behoor ik tot een doelgroep. Helaas die van een virus.’

Hoe kijkt u als bioloog naar deze pandemie?

Midas Dekkers: “Heel simpel: waar te veel mensen worden geboren, moeten genoeg mensen sterven. Niet als straf van God, maar als gevolg van de manier waarop Moeder Natuur haar huishouden bestiert.”

Zijn we simpelweg met te veel?

Dekkers: “Absoluut. De aarde dreigt al veel langer aan overbevolking ten onder te gaan. Deze pandemie is daar maar één uiting van.

“De mens heeft zich de voorbije honderden jaren veel te snel en overvloedig voortgeplant. In het grote succes van de mensheid schuilt ook onze kwetsbaarheid. Hoe meer een diersoort in aantal toeneemt, hoe meer de natuurkrachten zich daartegen verzetten. In de meer dan drie miljard jaar dat er leven is op aarde, heeft nog nooit één diersoort het monopolie weten te grijpen. Zijn er te veel muizen, dan neemt het aantal uilen toe. Zijn er te veel mensen, dan stijgt het aantal vijanden van de mens. Bij gebrek aan leeuwen en beren zijn dat vooral ziektekiemen. In dit geval is een coronavirus de boosdoener, maar het had net zo goed een ander virus of een andere bacterie kunnen zijn.”

Hadden we deze wereldwijde crisis kunnen voorkomen?

Dekkers: “Natuurlijk! Iedereen die in de biologieles heeft opgelet, kon deze wereldwijde epidemie zien aankomen. In de jaren 60 werd er al voor gewaarschuwd dat een ongeremde bevolkingsgroei tot pandemieën van deze omvang zou leiden. Maar van een bevolkingspolitiek is het nooit gekomen. Integendeel: nog steeds word je gefeliciteerd als je met een baby aan de overbevolking bijdraagt, terwijl een kind krijgen in feite véél asocialer is dan geen anderhalve meter afstand houden.”

In uw boek De larf noemt u kinderen krijgen ‘milieuonvriendelijker dan autoraces of speedbootvaren’.

Dekkers: “Als je een kind krijgt, werk je de overbevolking niet alleen mee in de hand, je belast de wereld ook met een dozijn auto’s waarmee dat kind in de loop van zijn leven zal rijden, een tankwagen benzine, tonnen luchtvervuiling, honderdduizend liter urine en poep, duizenden kilo’s luiers… Ieder kind is een behoorlijke aanslag op het milieu. Als je geen kinderen neemt, kun je je leven lang verfresten in de gootsteen laten lopen, propjes op straat gooien en je huisvuil ongesorteerd buitenzetten, en nog steeds zul je iedere milieuactivist met kinderen recht in de ogen kunnen kijken.

“Kinderen zijn bovendien waanzinnig duur. Als je een huis van 200.000 euro koopt, krab je je eerst weleens op het hoofd, je wint bij veel mensen advies in en je maakt ingewikkelde rekensommen, want het gaat om een hoop geld. Maar wie aan kinderen begint, denkt daar vaak niet over na. Nochtans kost een kind minstens zoveel, zeker als het later ook nog eens gaat studeren.

“In mijn ogen zou elke regering mensen moeten stimuleren om géén kinderen te maken. Maar het tegendeel gebeurt: op alle niveaus worden kinderen aangemoedigd. Dat heeft wereldwijd tot overbevolking geleid.”

De coronapandemie brak eind vorig jaar uit in het Chinese Wuhan. Daar zou het coronavirus zich op een dierenmarkt van vleermuizen op de mens hebben overgezet.

Dekkers: “Dat is heel normaal, zulke ‘overzettingen’ komen voortdurend voor in de natuur – niet alleen met virussen, maar ook met bacteriën en parasieten. Bijna al die beestjes zijn in het verleden ooit van de ene diersoort op de andere overgesprongen.

“U mag niet vergeten: alle mensen en dieren, maar ook alle virussen en andere ziektekiemen, zijn gemaakt van hetzelfde protoplasma, de drager van het leven in alle organismen. Wij zijn, met andere woorden, één grote levende krioelende soep. Meestal houden de ingrediënten van die soep elkaar in evenwicht, maar soms begint er in de soep iets te borrelen: dan is het ene ingrediënt het andere wat aan het pesten, en dan moet er eens goed in de soep worden geroerd. Maar de soep komt altijd vanzelf weer tot rust: daar zorgt Moeder Natuur voor.

“We vormen dus met z’n allen één pot nat, we zijn allemaal onderdelen van één en dezelfde machine. Voor een virus maakt het niet uit in welke gastheer hij zich nestelt om daar kwaad aan te richten, alle diersoorten zijn goed voor hem. Dat virus moet gewoon af en toe zijn landingsgestel aanpassen om van de ene soort naar de andere te gaan en zo te overleven. Zolang er genoeg diersoorten én individuen zijn, is het een kwestie van tijd voor een virus muteert.

“De enige manier om dit soort pandemieën te vermijden, is door met minder mensen te zijn. Ook dan zullen er nog epidemieën uitbreken, maar in kleinere groepen, waardoor het aantal slachtoffers beperkt blijft. Het probleem vandaag is dat de hele mensheid één grote groep is geworden. Dat komt niet door al dat reizen, zoals vaak wordt beweerd, maar omdat vandaag de ene mens fysiek bijna letterlijk grenst aan de volgende… Een virus heeft het daardoor nog nooit zo makkelijk gehad als vandaag.”

Veel mensen leggen de schuld van deze crisis bij de Chinezen en hun ‘vreemde eetgewoontes’. Op Chinese wet markets worden levende dieren zoals slangen, schildpadden en vleermuizen verhandeld en ter plekke geslacht om op te eten.

Dekkers: “Ach, bij dit soort drama’s moet altijd iemand de schuld krijgen. Dat is een typisch menselijke reactie. En wat is er nu makkelijker dan vleermuisetende Chinezen te beschuldigen? Donald Trump bleef het virus daarom aanvankelijk ook hardnekkig het ‘Chinese virus’ noemen.”

Ondertussen werkt men in laboratoria overal ter wereld koortsachtig aan een vaccin, maar dat zal allicht pas ten vroegste begin volgend jaar klaar zijn.

Dekkers: “Een vaccin zou uiteraard héél welkom zijn, en een geneesmiddel ook. Maar volgens mij is het medicijn waar iedereen nu zo naarstig naar zoekt zestig jaar geleden al gevonden…”

‘Nog steeds word je gefeliciteerd als je met een baby aan de overbevolking bijdraagt, terwijl een kind krijgen in feite véél asocialer is dan geen anderhalve meter afstand houden.’

Hoe bedoelt u?

Dekkers: “Dat medicijn staat kortweg bekend als ‘de pil’. Als men die even rigoureus had genomen als dat men nu met wattenstaafjes en beademingsapparaten prutst, dan had dit gigantische probleem zich waarschijnlijk niet voorgedaan. Want nogmaals: wie niet wil zien dat de overbevolking ons parten speelt, steekt zijn kop in het zand. Wetenschappers, artsen en politici susten zich met de gedachte dat infectieziekten waren overwonnen. Maar overal waar de overbevolking extreem is – in vluchtelingenkampen of op plekken waar natuurrampen zijn gebeurd – steken overwonnen ziekten de kop op. En overal waar de overbevolking ‘normaal’ is, krijgen mutaties de kans om oude virussen nieuwe kracht te geven.

“Als het te laat is, gaan mensen in quarantaine. Daarmee erkennen we eigenlijk dat we met te veel te dicht op elkaar leven, en met drastische maatregelen proberen we dan om dat ‘teveel’ in partjes te hakken… Soms kun je een epidemie op die manier indammen, maar soms ook niet. In ieder geval biedt de methode van de quarantaine maar tijdelijk soelaas, want vroeg of laat muteert een virus sneller dan wij vaccins kunnen ontwikkelen.”

Volgens sommigen moeten we het virus gewoon zijn gang laten gaan, omdat het aantal slachtoffers niet opweegt tegen de totale afbrokkeling van onze welvaart.

Dekkers: “Mensen die dat zeggen, volgen de wetten van de natuur. Anderen blijven de wetten van de mens het hoogst in het vaandel dragen en werken de natuurwetten tegen. Mensenwetten proberen de rechten van het individu te beschermen, maar daar hebben de natuurwetten lak aan. Als bioloog kies ik voor de natuurwetten: virussen hebben evenveel rechten als mensen. Maar naast bioloog ben ik natuurlijk ook mens, en dus partijdig… Ik zou zeggen: laten we deze ene keer nog proberen ons eigen hachje te redden, op voorwaarde dat we daarna met haar meewerken door onze bevolking met vreedzame middelen – geboortebeperking dus – in toom te houden.”

KAKELENDE GANZEN

U wordt nu woensdag 74 jaar en behoort tot de meest kwetsbare doelgroep van het coronavirus.

Dekkers: “Ja, voor het eerst in mijn leven behoor ik tot een doelgroep! Helaas de doelgroep van een virus (lacht).”

Baart uw kwetsbaarheid u zorgen?

Dekkers: “Natuurlijk. Ik ben niet gek, ik wil niet ziek worden. Daarom blijf ik sinds de uitbraak bij zoveel mogelijk mensen vandaan. Ik zie eigenlijk niemand meer, behalve mijn vriendin Ruth, met wie ik samenleef. Maar voor mij is dat geen straf. Ik ben van nature, zoals zoveel schrijvers, een eenzaat. Ik kan het heel goed vinden met mezelf en mijn vriendin. De kans dat ik door deze pandemie zou vereenzamen, is nihil.

“Ik heb sinds kort een buitenhuisje in Overijssel, in het oosten van Nederland, waar ik de voorbije weken vaak heb verbleven. Het is daar heerlijk rustig, ik kan er geweldig genieten van de bloemetjes en de vogeltjes. Overijssel is het dunst bevolkte deel van Nederland, buitenshuis kom je er nauwelijks iemand tegen. Daar voel ik me op dit moment vrij veilig – toch veiliger dan in Weesp, waar ik officieel woon. Ik wandel graag, en als ik in Overijssel tijdens mijn vele wandelingen in het groen iemand tegenkom, ga ik in een grote boog om ‘m heen. Dat is trouwens het enige zinnige wat je zelf kunt doen: afstand houden van andere mensen.”

In België is het voor eigenaars van een tweede verblijf strikt verboden om naar hun buitenverblijf te gaan.

Dekkers: “O, ja? Waarom?”

Omdat de meeste van die tweede verblijven zich aan de kust bevinden. Onze overheid vreest dat het te druk zou worden en dat zo de regels van social distancing onmogelijk gerespecteerd kunnen worden.

Dekkers: “Gelukkig geldt die maatregel niet in Nederland. In mijn geval zou dat ook totaal zinloos zijn, want rustiger dan in Overijssel kun je niet zitten. Je moet hier veel moeite doen om níét aan social distancing te doen.”

Wat vindt u van de drastische maatregelen die de meeste landen hebben genomen om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan?

Dekkers: “Ik sta volledig achter al die maatregelen: verplichte quarantaine, social distancing, geen samenscholingen, alle winkels dicht… Deze situatie heet niet voor niets een ‘crisis’, hè. Er is op dit moment geen duidelijke oplossing, en zolang er geen vaccin of geneesmiddel is, blijft dit een onoplosbaar probleem. In dat opzicht vind ik het toch wel knap dat de Nederlandse regering de situatie behandelbaar weet te houden.”

Nederland is later dan België in actie geschoten. Aanvankelijk was er in Nederland zelfs sprake van om helemaal géén maatregelen te nemen en gecontroleerd groepsimmuniteit op te bouwen.

Dekkers: “Sommige landen hebben bij de eerste coronaverschijnselen meteen de zwaarste maatregelen getroffen. Die landen, zoals Oostenrijk, Tsjechië en Denemarken, zijn daarom al begonnen met die maatregelen langzaam te versoepelen. Onze premier, Mark Rutte, is andersom te werk gegaan: hij heeft de maatregelen langzaam opgebouwd, en zal ze dus ook pas later weer kunnen versoepelen. Maar het resultaat zal uiteindelijk voor iedereen ongeveer hetzelfde zijn, denk ik.”

Hoe vult u uw dagen in quarantaine, behalve met wandelingen?

Dekkers: “Ik ben een nieuw boek aan het schrijven, over mensenrassen. Dat is een onderwerp dat je uiterst behoedzaam moet aanpakken, omdat de toon waarop je iets zegt vaak belangrijker is dan wat je zegt. Het is heel moeilijk om over rassen te schrijven en te vermijden dat mensen al na één pagina zo verontwaardigd zijn dat ze de rest van het boek weigeren te lezen. Maar dat is nu juist de bedoeling van dit boek: rust brengen in de oververhitte discussie en recht doen aan de biologische waarheden.

“Ik hoor namelijk steeds vaker beweren dat mensenrassen niet bestaan. Maar dat is onzin, en daar word ik als bioloog een beetje pissig van. Er bestaan namelijk ontzettend grote problemen tussen de verschillende rassen. Zeker, racisme is één van de ergste kwalen die onze wereld teistert, maar als je iets wilt doen aan zo’n complexe en op het eerste gezicht onoverkomelijke kwaal, moet je beginnen met een duidelijke analyse van de feiten. En die probeer ik met dit boek te scheppen. Het uitgangspunt is dat er verschillen tussen rassen bestaan zoals er ook verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Sommige doorgeslagen feministen beweren dat die er niet zijn, maar dat is natuurlijk makkelijk: dan ben je meteen van het probleem af. Terwijl het onze taak is om zo plezierig mogelijk met die verschillen om te gaan.”

Hoe vindt u als notoir people watcher dat anderen zich in deze crisis gedragen?

Dekkers: “Voor een bioloog is het altijd grappig om te zien dat wij in noodsituaties altijd weer worden teruggeworpen naar ons dierlijke verleden, en dat die hele culturele en technologische tralala maar een dun laagje vernis blijkt te zijn.

“Het is al langer geweten: er is geen betere manier om dieren – en zeker een sociaal dier zoals de mens – te verenigen dan hun aandacht op een gemeenschappelijke vijand te richten. Dat heeft Konrad Lorenz, de Oostenrijkse etholoog en Nobelprijswinnaar, onderzocht bij ganzen, en hij heeft dat verschijnsel ‘omgerichte agressie’ genoemd. Zijn stelling is dat omgerichte agressie de basis vormt voor vriendschap en samenhorigheid. Als je langs een groep ganzen loopt, klitten die meteen samen en beginnen ze ontzettend lelijke dingen naar je te ‘roepen’. Hoe lelijker en agressiever die ganzen tegen jou doen, hoe groter hun samenhorigheid. Op zich is die omgerichte agressie totaal onzinnig, want wat is het nut van met z’n allen tegen een voorbijganger te staan kakelen? Maar wij doen op dit moment precies hetzelfde: we zijn met zijn allen heel boos – of heel bang, maar dat is in wezen hetzelfde – op dat smerige virus. Wij staan dan wel niet te blèren tegen het coronavirus, maar we zitten wel met z’n allen voortdurend voor de televisie om élk laatste detail te weten te komen over de laatste beschikbare bedden in de ziekenhuizen. En we delen massaal onze emoties op Facebook. Op zich is dat totaal onzinnig gedrag, net zoals het gekakel van ganzen, maar het vergroot de samenhorigheid.”

De samenhorigheid binnen Europa heeft de voorbije weken een serieuze deuk gekregen, toen Nederland zich niet bereid verklaarde om onvoorwaardelijke financiële hulp te bieden aan de zwaarst getroffen landen van deze crisis, Italië en Spanje. Italië verweet Nederland krenterigheid en egoïsme.

Dekkers: “Ach, zo simpel is het natuurlijk allemaal niet. De mens is een sociale diersoort en wordt in deze crisis met een fundamenteel dilemma geconfronteerd. Wij moeten sociaal en solidair zijn om een gezamenlijk doel te bereiken, maar we mogen ook niet vergeten om onze eigen individuele belangen te dienen, want anders gaan we alsnog ten onder… Kijk maar naar wolven: die werken ook samen om in groep een grote prooi te vangen – maar als die prooi eenmaal bemachtigd is, gaan ze onderling ruziën over wie het grootste stuk krijgt. Dat is exact het probleem tussen Nederland en landen als Italië en Spanje.”

Zullen wij als mensen uiteindelijk iets van deze crisis leren?

Dekkers: “Er zijn veel onzekerheden op dit moment, maar aan één ding hoeft niemand te twijfelen: als de mens deze crisis overleeft, zal hij geen spat veranderd zijn. Zo snel gaat de evolutie niet. Dat is aan de virussen voorbehouden.”

Ik onthoud wel: als we dit soort pandemieën in de toekomst willen vermijden, zullen we in dunbevolkte gebieden moeten gaan wonen. Allen naar Overijssel dus! Dekkers: “Als een gebied maar voldoende dun bevolkt is, maakt een virus inderdaad geen schijn van kans. Maar mijn voorstel zou zijn: laten we ervoor zorgen dat de wereld als gehéél dunner bevolkt wordt. Minder mensen op de planeet, dát is de oplossing voor alle problemen. Persoonlijk lijken één miljard mensen mij meer dan genoeg. Dat betekent natuurlijk niet dat er van mij 7 miljard mensen aan Covid-19 mogen bezwijken – zo’n onmens ben ik niet – maar het zou geen kwaad kunnen als er eens een tijdje wat meer mensen doodgaan dan dat er bij komen.”